Europese netneutraliteit beter, nog geen reden voor feest
- 22 juli 2015
Het is telkens spannend als er weer onderhandeld wordt over netneutraliteit in Europa. Leek het er de laatste tijd heel slecht uit te zien, gelukkig kunnen we nu weer iets beter nieuws brengen. Er is een gentleman’s agreement bereikt. Naast de artikelen is er nu ook duidelijkheid over de uitleg die bij de artikelen hoort. En die zijn nu een stuk beter dan dat ze waren. Maar het is nog niet sterk genoeg.
Formeel gezien is er nog geen akkoord, omdat het Europees parlement en de Raad nog moeten stemmen, maar de kans dat er iets verandert is klein. In de eerste plaats zijn er toch kudos voor het Europees Parlement. In de afgelopen maanden zijn er veel teksten gelekt uit het onderhandelingsproces en die lieten steeds een desastreus beeld zien. Er leek vooral te zijn voldaan aan de wens van een groep grote lidstaten en hun lokale monopolies, in plaats van aan gebruikersbelangen. Het zag er steeds naar uit dat providers vrij spel zouden krijgen in het aanbieden van discriminerende diensten en dat censuur makkelijk gemaakt zou worden.
Daar is een stokje voor gestoken in de ‘recitals’, de uitleg van de artikelen (zie de uitgebreide analyse die we met EDRi schreven, hier). In tegenstelling tot voorgaande teksten kent de huidige tekst een stevig discriminatieverbod en mag er niet meer worden geblokkeerd onder het mom van kinderbescherming. Ook zijn er nu nogal wat eisen aan gespecialiseerde diensten opgenomen: als je een bepaalde voorrang wilt geven aan een dienst, mag dat alleen onder zeer strenge voorwaarden: optimalisatie van de dienst is “objectief” nodig voor de functionaliteit van de dienst en diezelfde optimalisatie kan niet door gewone internettoegang worden geboden. Daarnaast mag het niet om “algemene voorrang” ten opzichte van vergelijkbare diensten gaan. Dat is goed, want dat verhindert dat gespecialiseerde diensten worden gebruikt om netneutraliteit te ondermijnen.
Het is echter niet het hele verhaal. De tekst geeft ook nog wat onduidelijkheid. Bovenstaande eisen kunnen nog steeds heel ruim worden uitgelegd. Verder staan er nog steeds andere vage dingen in. Zo moet je als provider toegang blokkeren tot websites als een rechter dat beveelt (net als in Nederland) maar moet dat ook op grond van “beslissingen van publieke autoriteiten”. Dat is vaag en riskant. Betekent dit dat elk overheidslichaam straks een boze brief aan een provider kan sturen om een website te blokkeren? Daarnaast staat er in de tekst dat providers, om congestie te voorkomen, in mogen grijpen in het verkeer, maar dan gelijke soorten verkeer gelijk moeten behandelen en dat daarbij commerciële overwegingen geen rol mogen spelen. Dat laat nog steeds mogelijkheden voor ‘fast’ en ‘slow lanes’. Je kan namelijk zeggen dat je een ‘fast lane’ maakt voor video (heeft een goede verbinding nodig) en bijvoorbeeld een ‘slow lane’ voor P2P, allemaal om congestie te voorkomen. Dat is een principiële breuk met het ‘best effort internet’ (waarbij providers zich niet bemoeien met de inhoud van het verkeer) en catastrofaal voor de mensen in dat bedrijf die P2P gebruiken om elkaar bestanden te sturen.
Daarnaast is het natuurlijk zuur dat prijsdiscriminatie niet direct wordt aangepakt in de tekst. Dat is tegenwoordig dé vorm waarin discriminatie plaats vindt. Aanwijzingen in de tekst laten misschien wat ruimte om in ieder geval negatieve prijsdiscriminatie aan te pakken, maar voor positieve discriminatie (dat heeft ongeveer hetzelfde effect op de markt) lijkt alleen ruimte voor de grote, schrijnende gevallen.
Hoe het allemaal uit gaat pakken is nog de vraag. De tekst moet nog aangenomen worden en kan nog veranderen. Daarna moeten autoriteiten, als de ACM, gaan handhaven en dat kunnen ze goed (=streng) doen, of niet. Wat het wel laat zien is dat het Europees Parlement zijn mannetje kan staan en dat het belangrijk is dat wij onze stem blijven laten horen.