Wacht minister op parlement of neemt hij een voorschot?
Deze week overleggen alle Europese ministers van Justitie over de bewaarplicht. Zou onze minister van Veiligheid en Justitie zich op de vlakte houden, nu hij zijn eigen voorstel nog niet eens naar de Tweede Kamer heeft gestuurd?
De Raad van Ministers is de vertegenwoordiging van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie. Ze is één van de drie instituties die verantwoordelijk zijn voor de regels die uit Brussel komen. Deze week vergaderen de Justitie-ministers over het langdurig, grootschalig en preventief opslaan van gegevens over de locatie en het communicatiegedrag van internetgebruikers. Je weet wel, de bewaarplicht.
Aanleiding voor het overleg van de ministers zijn de grote verschillen tussen de lidstaten. Terwijl in sommige lidstaten niet of nauwelijks gegevens over het gedrag van gebruikers worden bewaard, kennen anderen een bewaarplicht met lange termijnen. Die wirwar komt door de enorme inbreuk op onze grondrechten die het langdurig bewaren van gegevens van onverdachte mensen is. Rechters schieten dat keer op keer af.
Uit een tekst die is opgesteld om de ministers goed voor te bereiden op de bespreking deze week wordt de chaos glashelder:
The current state of play is as follows: the transposition law of the Data Retention Directive has been invalidated in at least 11 Member States (AT, BE, BG, DE, LT, NL, PL, RO, SI, SK, UK). Amongst these, 9 countries have had the law invalidated by the Constitutional Court (AT, BE, BG, DE, SI, NL, PL, RO, SK). In 15 Member States (CY, CZ, DK, EE, ES, FI, FR, HR, HU, IE, LU, LV, MT, PT, SE) the domestic law on data retention remains in force, while they are still processing communication data.
De vraag is welk standpunt onze minister van Veiligheid en Justitie inneemt tijdens het overleg (achter gesloten deuren!) met zijn collega’s. De Nederlandse regering heeft al aangekondigd de door de rechter afgeschoten wet grotendeels te willen herintroduceren. Maar het voorstel daarvoor heeft de minister nog altijd niet aan het parlement verzonden. Als de Tweede Kamer haar taak serieus neemt gooit zij dat voorstel direct in de prullenbak – want anders doet een rechter dat straks.
Zal minister Van der Steur zich inhouden en in Europa pas een duidelijk standpunt uitdragen nádat de Tweede Kamer zich heeft uitgesproken? Wat denk jij?