Op Facebook is onze vrije meningsuiting het bokje
- 20 april 2016
De afgelopen dagen volgde het ene voorbeeld na het andere waaruit bleek dat Facebook berichten offline haalde. Tot twee keer toe werd de spotprent van Erdogan die de Twittervogel pakt, begeleid door de tekst ‘Erdogan is geen geitenneuker’, weggehaald van de pagina van Ruben L. Oppenheimer. Een gedicht voorgedragen door Annabel Nanninga verdween van het account van The Post Online. En het Facebook-account van PowNed is 24 uur geblokkeerd, terwijl die van TPO-hoofdredacteur Bert Brussen zelfs 30 dagen geblokkeerd is.
Update 10/5/’16: De Facebook-account van PvdA-Kamerlid Keklik Yücel was ook tijdelijk geblokkeerd. Ook nadat het weer online ging, maakte Facebook niet duidelijk waarom het geblokkeerd was.
Nadat de cartoon de eerste keer offline werd gehaald, stuurde Facebook nog excuses aan Oppenheimer. Maar bij de tweede keer hoorde hij niets meer. De vraag rijst: hoeveel communicatievrijheid hebben we binnen de onzichtbare piketpalen die Facebook voor ons geslagen heeft?
Deze voorbeelden staan niet op zichzelf. Ook die andere social media-gigant, Twitter, maakt sommige berichten minder zichtbaar. Zo haalde de hashtag #fuckdekoning een tijd geleden weliswaar nog het nieuws, maar niet als het aan Twitter had gelegen: “[Het woord] ‘fuck’ is wel toegestaan, maar niet als trending topic.”
Uit gelekte Abuse Standards van Facebook blijkt hoe onnavolgbaar hun contentbeleid kan zijn. Een paar voorbeelden van wat verwijderd moest worden:
“People ‘using the bathroom’; Blatant (obvious) of camel toes and moose knuckles; Any photoshopped images of people whether negative, postive or neutral; Humor overrules hate speech UNLESS slur words are present or the humor not evident; Urine, feces, vomit, semen, pus, and ear wax (Cartoon feces, urine and spit are OK, real and cartoon snot is OK); Crushed heads, limbs, etc. are ok as long as no insides are showing.”
Het internetlandschap is de afgelopen tien jaar steeds minder divers geworden. Tussen jou en de rest van de wereld zit nu vaak een (bijna-)monopolist zoals Facebook, YouTube of Twitter. Veel van wat je op internet hardop zegt of ziet, gaat via een van die bedrijven. Die hebben daardoor enorm veel macht. Zij bepalen welke informatie je mag delen en zij bepalen welke informatie je te zien krijgt. Ze geven daarmee vorm aan ons wereldbeeld.
Natuurlijk heeft Facebook de vrijheid om haar dienst naar eigen goedvinden in te richten. Maar daar waar de vrijheid van Facebook botst met die van haar gebruikers moeten belangen worden afgewogen. Wat Bits of Freedom betreft ontstaat daar een wetmatigheid: naarmate de marktmacht (en daarmee de publieke rol) van een platform groeit, moet het belang van de vrijheid van meningsuiting steeds zwaarder wegen ten opzichte van het belang van ondernemersvrijheid. Gezien bovenstaande voorbeelden zouden we het de ‘fuck-factor’ kunnen noemen.
Een partij als Facebook zou niet zomaar weg moeten kunnen komen met een “foutje, sorry”. Daarvoor is hun impact op onze vrijheid te groot. Onlangs onderzochten onze Amerikaanse collega’s van de Electronic Frountier Foundation de censuur door sociale media en één van de adviezen uit hun recente Online Censorship Report is dan ook om meer mensen te laten werken in hun content moderation teams en meer aandacht te besteden aan de kwaliteitscontrole. Ook moet het makkelijker worden om te klagen als jouw bericht onterecht is weggehaald of je account is afgesloten.
De beste oplossing voor dit probleem is echter als wij helemaal niet hoeven te vertrouwen op de belangenafweging door de (bijna-)monopolisten. Dat kan als we teruggaan naar een internet waarop diversiteit en decentralisatie de boventoon voeren. In plaats van één Facebook, YouTube en Twitter zouden we dus minstens tien Facebooks, YouTubes en Twitters moeten hebben. Elk met hun eigen vrijheid en elk met hun eigen belangenafweging. Zo’n bedrijf kan dan, zonder de vrijheid van meningsuiting in gevaar te brengen, beslissen welke informatie voor hun acceptabel is en welke niet. En wij kunnen zelf bepalen welke informatie we willen publiceren en zien. Dat maakt ons pas echt vrijer.