Design My Privacy: 8 principes voor ontwerpers
- 02 mei 2016
Hoe houd jij als ontwerper of maker van internet (of things) diensten rekening met de privacy van je gebruikers? Naar aanleiding van de Crypto Design Challenge van het MOTI, Museum of the Image, heeft Tijmen Schep een korte gids geschreven met acht privacyprincipes om je daar bij te helpen. We zetten ze voor je op een rij.
Data is de nieuwe olie
Het boekje begint met een korte en heldere stoomcursus over het begrip privacy en de rol van data in onze maatschappij. Er wordt gesuggereerd dat we data beter niet meer het “nieuwe goud” moeten noemen, maar juist de “nieuwe olie”. Op die manier is het duidelijker dat er zowel positieve als negatieve kanten zijn aan ons gebruik van informatietechnologie.
Acht privacyprincipes
Het is de ambitie van Schep om ervoor te zorgen dat de slimme technologie die ontworpen wordt niet alleen maar ‘handig’ of ‘efficiënt’ is, maar ook ‘veilig’, ‘privacybewust’, ‘ethisch’ en ‘maatschappelijk verantwoord’. Daarom beschrijft hij acht privacy principes, die allemaal zijn gelardeerd met voorbeelden en interviews met experts. Dit zijn ze:
1. Privacy first
Het is moeilijk om privacy er nog even bij te doen als je aan het einde van een ontwikkelingstraject van een product of dienst zit. Het is daarom beter om vanaf het allereerste begin rekening te houden met privacy.
2. Denk eens ondeugend
Het loont om na te denken wat er allemaal mis kan gaan als de data die er door jouw ontwerp gebruikt wordt op straat komt te liggen. Wat zou iemand met kwade bedoelingen daarmee kunnen doen?
3. Verzamel zo min mogelijk data
Het aantal datalekken van de afgelopen jaren heeft laten zien dat data ook een risico is. De nieuwe Europese regels bepalen daarnaast dat je alleen maar de data mag verzamelen die je écht nodig hebt.
4. Bescherm je data
Denk goed na over waar de data wordt opgeslagen (het liefst zo dicht mogelijk bij de gebruiker, op het apparaat zelf) en versleutel alle data die onderweg is of ergens opgeslagen staat.
5. Begrijp identiteit
Niemand is op werk, thuis, bij familie, bij vrienden en op de sportclub één en dezelfde persoon. Op elk van die plekken laten we een andere dimensie van onszelf zien. Mensen willen zelf hun identiteit kunnen bepalen en houden dus niet van diensten waarbij ze gedwongen worden hun echte naam in te vullen.
6. Open de black box
Het moet voor de gebruiker transparant zijn hoe de technologie werkt. Zonder te begrijpen wat er achter de supergladde interfaces verborgen gaat kun je nooit controle hebben op de technologie die je gebruikt. Geef de gebruikers dus echte keuzes.
7. Maak de gebruiker ontwerper
Je kunt je als ontwerper nooit voorstellen op welke manieren je product gebruikt (of misschien wel misbruikt) gaat worden. Daarom moet je de gebruiker de kans geven zelf te bepalen hoe het product uiteindelijk werkt.
8. Technologie is niet neutraal
Technologie maakt bepaalde dingen makkelijker en andere zaken moeilijker. Achter elk ontwerp zit een ontwerper met bepaalde culturele en morele waarden. Ontwerpers moeten zich bewust zijn van de politieke keuzes die ze maken bij hun ontwerpen en moeten daar vervolgens verantwoordelijkheid voor nemen.
Wil je de hele gids lezen?
Als je de komende tijd met informatietechnologie aan de slag gaat, dan kun je deze gids eigenlijk niet overslaan. Hij is voor 12 euro te bestellen bij de uitgever BIS Publishers. Het boek heeft een Creative Commons BY SA NC licentie (hulde!) en is als PDF gratis te downloaden bij SETUP.