Drie voorstellen die de voortrekkersrol van Nederland ondermijnen
- 21 juni 2016
Nederland wil zichzelf graag internationaal op de kaart zetten als voortrekker van internetvrijheid. Dat is natuurlijk een mooi streven en op een aantal dossiers kan Nederland zo’n rol claimen. Denk bijvoorbeeld aan netneutraliteit of de huidige kabinetspositie over encryptie. Maar dat alleen is natuurlijk niet genoeg. Voor het buitenland ben je pas geloofwaardig als ál je binnenlandse beleid klopt. Met andere woorden: practice what you preach.
Niet alleen wij vinden dat. Ook twee onafhankelijke adviesorganen van de overheid zelf, de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), komen tot deze conclusie. In twee dikke rapporten (WRR-rapport en AIV-rapport) geven zij ieder afzonderlijk advies over het Nederlandse internetbeleid.
Zij benadrukken terecht dat bij nieuwe nationale wetgeving een belangrijke overweging moet zijn of Nederland hier internationaal wel mee voor de dag kan komen. En juist op dat punt dreigt Nederland flink uit de bocht te vliegen en internetvrijheid te ondermijnen. Het gaat hier om het hackvoorstel, de invoering van een sleepnet en het voorstel om een internetfilter te introduceren. Maar eerst kort iets over de rapporten van de AIV en de WRR.
Internet als mondiaal publiek goed
In beide rapporten wordt uitgebreid ingegaan op het beheer van het internet als collectieve infrastructuur (de ‘publieke kern’). De WRR maakt een heel helder onderscheid tussen het beheer en het gebruik van die infrastructuur. Het beheer gaat over het bestuur, de organisatie en de ontwikkeling van de diepere lagen van het internet, zoals de ontwikkeling van protocollen en standaarden. Daar tegenover staat het gebruik van die infrastructuur als middel in de strijd om inhoud en gedrag op het internet te controleren.
Deze ‘publieke kern’ van het internet kan onder andere garanderen dat het internet voor iedereen toegankelijk blijft, partijen gelijk worden behandeld en onze communicatie vertrouwelijk wordt verzonden en ontvangen. Het is, kortom, de kurk waarop ons vertrouwen in het internet en alles dat hierop is gebouwd, drijft. Als staten en andere partijen aan deze kern gaan morrelen, bijvoorbeeld door het massaal surveilleren van gebruikers of het blokkeren van internetverkeer, dan zal dit vertrouwen snel verdwijnen.
Het WRR-rapport komt met de krachtige aanbeveling aan de Nederlandse overheid om de publieke kern van het internet als een mondiaal publiek goed te beschermen en ervoor te zorgen dat de publieke kern gevrijwaard blijft van oneigenlijke interventies door staten en andere partijen. Deze norm zou internationaal vastgelegd moeten worden, aldus de WRR.
Wij zijn het volledig met deze aanbeveling eens. Maar het vastleggen van een internationale norm wordt een lastig verhaal als je op nationaal niveau de eigen zaken niet op orde hebt.
Nationale maatregelen raken publieke kern in het hart
Er liggen momenteel diverse nationale wetsvoorstellen voor die juist de publieke kern van het internet in het hart raken.
Hackvoorstel
Het beruchte hackvoorstel introduceert een hackbevoegdheid waarmee politie en justitie profiteren van zwakheden in software. De aanwezigheid van zwakheden maakt het immers voor politie en justitie eenvoudiger om van deze bevoegdheid gebruik te maken en je computer binnen te dringen. Zo ontstaat er een perverse prikkel om zwakheden in software onder de pet te houden in plaats van deze proactief te voorkomen en te bestrijden.
Maar ook criminelen of buitenlandse geheime diensten profiteren van deze zwakheden in onze software. Zo tast de hackbevoegdheid uiteindelijk de integriteit en betrouwbaarheid van het internet als publiek goed aan.
Bovendien kan de opsporingsbevoegdheid zelfs op buitenlands grondgebied worden ingezet zonder rechtshulp of duidelijke verdragsrechtelijke basis. Dit ondermijnt de internationale samenwerking die juist wordt beoogd. Het is een vorm van eigenrichting door staten die uiteindelijk zal leiden tot een race to the bottom. De omstandigheid dat andere landen ook over de grens hacken en voor eigenrichting kiezen, is nog geen reden voor de Nederlandse overheid om dan zelf ook maar belangrijke principes als de soevereiniteit van staten te negeren.
Sleepnet
Een andere zorgelijke ontwikkeling is de door het kabinet beoogde invoering van een sleepnet voor de geheime diensten (AIVD en MIVD). Op basis van het meest recente wetsvoorstel kunnen die diensten op grote schaal en ongericht internetverkeer verzamelen waarbij je ook als onverdachte burger getapt kan worden.
Naast principiële bezwaren, is het ook van belang te beseffen dat Nederland een belangrijk knooppunt is in het internationale internetverkeer. Zo is AMS-IX een van de grootste internetknooppunten ter wereld. Dit is niet alleen economisch gezien interessant, maar levert ook een verantwoordelijkheid op om de vertrouwelijkheid en integriteit van het internetverkeer dat door Nederland loopt te waarborgen.
Kunnen internetgebruikers in binnen- en buitenland er nog wel op vertrouwen dat hun online communicatie in Nederland veilig is en vertrouwelijk blijft bij de invoering van een sleepnet?
Internetfilter
Aanstaande donderdag vergadert de Tweede Kamer over een wetsvoorstel dat een internetfilter introduceert om illegale goksites tegen te gaan. Zo’n internetfilter is in feite niets meer of minder dan het manipuleren van internetverkeer. Hoe weet je welke informatie wel of niet wordt geblokkeerd en welke overwegingen hieraan ten grondslag liggen? Ook een internetfilter ondermijnt het vertrouwen van gebruikers in onze digitale infrastructuur.
Dat dit vertrouwen zo belangrijk is, onderkent ook onze regering. Zij ondersteunt daarom initiatieven, zoals DNSSEC, die ervoor moeten zorgen dat niemand internetverkeer kan manipuleren. Criminelen niet, maar ook de overheid niet. Een internetfilter introduceren staat daar haaks op.
Practice what you preach
Wil Nederland op internationaal niveau daadwerkelijk een voortrekkersrol claimen ten aanzien van de bescherming van vrijheid op internet, dan moet het op nationaal niveau maatregelen nemen die een deze rol rechtvaardigen. Bovenstaande wetsvoorstellen doen dit zeker niet. Het is aan het kabinet om nu de daad bij het woord te voegen en zelf het goede voorbeeld te geven.