Nalaten inspectie zoveelste privacymisser politiekorpsen
Opsporingsdiensten hebben allemaal nagelaten een externe controle op hun privacybeleid uit te laten voeren. Daarmee handelen ze in strijd met de wet, concludeert het College Bescherming Persoonsgegevens. Dit zoveelste privacyprobleem bij de opsporingsdiensten illustreert een structureel falen de wet te respecteren.
De Wet politiegegevens geeft de politie en opsporingsdiensten enerzijds de bevoegdheid om persoonsgegevens te verwerken en bevat anderzijds waarborgen tegen misbruik van die informatiemacht. Een daarvan is het laten controleren van de privacywaarborgen door externe auditeurs. Het College bescherming persoonsgegevens (‘CBP’) schrijft over haar onderzoek:
Op 1 januari 2008 is de Wpg in werking getreden. De 25 regionale politiekorpsen en 7 bijzondere opsporingsdiensten moesten op grond van deze wet in 2010 voor het eerst een privacyaudit laten doen. Na deze termijn bleek dat geen van de politiekorpsen en opsporingsdiensten aan deze verplichting had voldaan.
Helaas is het niet de eerste keer dat de opsporingsdiensten de wet aan hun laars lappen. In 2010 ontdekte Bits of Freedom dat zij bij het opvragen van bel- en internetgegevens via telecomdatabank CIOT structureel privacyregels schenden. Dit werd bevestigd in een onderzoek van het CBP, waaruit bleek dat opsporingsdiensten bij die opvragingen in vier van de vijf gevallen in strijd met de wet handelen. Ondanks brede aandacht in de media en in de Tweede Kamer, is een jaar later nog steeds niet bekend of de opsporingsdiensten de wet inmiddels wél respecteren. Toch bleek uit een steekproef, dat sommige opsporingsdiensten die stelden aan de regels te voldoen, in feite de regels overtraden.
Het is pijnlijk dat instanties die de wet moeten handhaven zich consequent niet aan de wet houden. Na de zoveelste privacymisser, kunnen we vaststellen dat Nederlandse opsporingsdiensten de waarborgen tegen machtsmisbruik structureel verwaarlozen en moeilijk kunnen omgaan met hun verantwoordelijkheid. Daarmee heeft de legitimiteit van de opsporing – wederom – een forse deuk opgelopen en worden we eraan herinnerd voorzichtig te zijn om opsporingsdiensten te eenvoudig bevoegdheden en informatie toe te vertrouwen.